Ons telefoon: +32 3 777 20 15 Ons e-mailadres: info@solidagro.be

Verandert landbezit de rol van de Afrikaanse boerin? - Opinie



Verandert landbezit de rol van de Afrikaanse boerin? - Opinie

26 aug. 2018 door Solidagro

Het is een vaak beschreven en bediscussieerd onderwerp: de genderkloof bij rurale ontwikkeling (of bij landbouw) in Afrikaanse landen. In mei verscheen een artikel over het boek Agriculture, Diversification and Gender in Rural Africa. Het stelt dat grootschalig onderzoek aantoont dat landbezit weinig verandert aan de positie van de Afrikaanse boerin. 

Zonder wetenschappelijke achtergrond of een dataset aan cijfers, stapte ik naar onze programma coördinator van West-Afrika. Onze programma’s situeren zich in Senegal, Burkina Faso en Mali, hetzij op lokaal, regionaal als nationaal niveau. Deze landen worden echter niet genoemd in bovenstaande studie. Ik vroeg hem hoe de situatie daar is, hoe Solidagro omgaat met de genderkloof en wat onze lokale partners hierrond ondernemen.

Markt in Mali

Wat zegt Solidagro hierover?

Onze missie over gender omschrijft het als volgt:

Solidagro staat voor een genderbenadering die sociale onrechtvaardigheden en ongelijkheden tussen mannen en vrouwen wil wegwerken, op individueel en op gemeenschapsniveau. Oplossingen worden met V en M gezocht en gerealiseerd. Er zijn veranderingen op het vlak van praktijk en mentaliteit nodig op het niveau van familie, organisaties en instellingen. Deze structuren zelf zijn de motoren voor de bepaling en de wijziging van normen en waarden, mede op het vlak van gender.
Via haar programma’s in het zuiden, streeft Solidagro naar de verbetering van de positie van (arme) vrouwen in rurale gemeenschappen, via oplossingen die met M en V gezocht en gerealiseerd worden binnen basisorganisaties.

We willen ons engageren voor verandering. Het gaat hier namelijk over sociale verschillen, en niet over biologische, en daar veronderstellen we dat verandering mogelijk is. Bovendien willen we investeren (zowel op vlak van mensen, expertise, kapitalisatie, …) hierin. We analyseren de context waarin onze programma’s worden uitgerold en voorzien een sterke focus op gender hierin. Dit doen we door gender-indicatoren expliciet op te nemen in ons programma en daarnaast een actieplan te volgen.

Wat zeggen onze partners?

Volgende passage komt uit een rapport van onze partner ARAFD te Mali:

Er wordt in het programma grote aandacht besteed aan gender. Na de organisatie van debatten in elk dorp over het belang van het betrekken van vrouwen bij de beslissingen in de dorpsgemeenschap, sensibiliseerden de terreinmedewerkers van ARAFD de gezinnen deur-aan-deur over het gezamenlijk beheer van inkomsten en bezit door man en vrouw in het huishouden. De sensibilisering deed de mannen en de vrouwen begrijpen dat vrouwen de meeste taken opnemen, terwijl de vrouwen geen enkele medezeggenschap hebben wat betreft de inkomsten en het bezit van het huishouden. Indien naar vrouwen zou geluisterd worden bij het nemen van beslissingen, dan zullen zij zeker constructieve ideeën aanbrengen die het huishouden en de ganse dorpsgemeenschap ten goede komen. De animatoren van ARAFD besteedden de meeste aandacht aan de gezinnen met vrouwen die zwak scoren volgens het “profil empowerment des femmes”, een tool ontwikkeld door Solidagro die toelaat om vrouwen individueel te enquêteren. Een vrouw wordt pas als “empowered” beschouwd wanneer ze goed scoort op vier domeinen: haar controle over inkomsten van het huishouden (in de eerste plaats haar eigen inkomsten), haar niveau van scholing, haar toegang tot productiefactoren en haar toegang tot krediet. Landbezit is maar een stukje van het geheel en dus een noodzakelijke, maar onvoldoende oplossing. 

De sensibilisering van ARAFD leidde tot het engagement van vele mannen om hun vrouw te betrekken bij het nemen van beslissingen betreffende de bezittingen van het huishouden en om voldoende met elkaar te communiceren.

Onze partners in Mali trachten alvast het beslissingsrecht op verschillende niveaus (gezinsniveau, in de gemeenschap, …) bespreekbaar te maken en aan te tonen welke stem de vrouw hierin nu krijgt. De vier domeinen zorgen ervoor dat in dit gesprek een brede focus kan worden gebruikt. In het daaropvolgende actieplan kan dan gericht gewerkt worden.

Safoura Gnakene

Ook onze landenvertegenwoordiger Burkina Faso en Mali, Safoura Gnakene, geeft me een waardevolle aanvulling: “De vrouwen zelf geven me aan dat ze meer betrokken worden bij beslissingen in het huishouden, er is meer communicatie en een betere verstandhouding tussen vrouw en man. Om echte empowerment te realiseren is minstens 5 jaar nodig, dus in de dorpen van ARAFD is het nog te vroeg om conclusies te trekken. In dorpen waar onze andere Malinese partner GAAS al langer rond empowerment van vrouwen werkt, zijn er nu individuele vrouwen die eigendomstitels van landbouwgrond bekomen. Daarvoor bekwamen vrouwengroepen wel eens een stuk landbouwgrond, maar nooit individueel. Dus door gealfabetiseerd en gesensibiliseerd te worden via de programma’s, begrijpen ze dat ze evenveel recht hebben op toegang tot grond dan de mannen. De vier domeinen van empowerment moeten tegelijk aangepakt worden, er is niet één domein dat belangrijker is dan de andere.”

Vrouwengroep tijdens overlegmoment

Duurzame oplossingen?

Net zoals het Mo* artikel stelt, zijn er meerdere versterkende factoren nodig dan enkel landbezit. Onze landenvertegenwoordiger draait de zaken zelfs om: “eerst empowerment en dan komt landbezit als gevolg daarvan”. Het gaat echter overal om het doorbreken van de aanvaarde sociale patronen en de bijhorende vanzelfsprekendheden. Het wordt meer en meer, en gelukkig maar, algemeen aangenomen dat het nodig is om de ‘gender kloof’ te dichten. Dit alles opdat “sterke vrouwen de strijd tegen honger en extreme armoede kunnen winnen” (FAO directeur-generaal Jacques Diouf).

Bronnen

Auteur: Debby Deconinck – medewerker communicatie en educatie 

Labels:

Met steun van

Sluiten