Eind april stemt het Europees Parlement voor of tegen een nieuwe zadenwetgeving. Zaden zijn de bron van al ons plantaardige voedsel, dus er staat veel op het spel. Het wetsvoorstel houdt echter te weinig rekening met de rechten van boer.inn.en. en kan leiden tot een verdere afname van de diversiteit van ons voedsel. Een grote Europese petitie verzamelde al 106.031 handtekeningen. Teken ook als jij begaan bent met de rechten van onze landbouwers en onze biodiversiteit!
De laatste eeuw verschoven zaden van common of gemeengoed naar privaat bezit. Vier grote chemiebedrijven - Bayer, Corteva, Syngenta en BASF - domineren intussen voor meer dan de helft de wereldwijde zaadindustrie. Tegelijk hebben die agrochemische reuzen ook bijna twee derde van de wereldwijde pesticiden markt in handen. Ze hebben dus een sterk economisch belang bij de productie van zaden waarvoor landbouwers pesticiden, herbiciden en synthetische meststoffen vereisen, zowel in de Belgische als mondiale context.
Vier grote chemiebedrijven - Bayer, Corteva, Syngenta en BASF - domineren voor meer dan de helft de wereldwijde zaadindustrie
De groeiende macht van deze multinationals heeft wereldwijd een nefaste impact op kleine landbouwers, die financieel afhankelijk worden van deze grote spelers. Naast de investering in het zaaigoed, moeten ze vaak een lening aangaan om de bijhorende inputs te kunnen kopen. Het gaat dan om kunstmest, herbiciden en pesticiden die specifiek voor de zaden ontwikkeld zijn. Andere of geen inputs doen de oogsten mislukken.
Naast de kwalijke gevolgen voor boer.inn.en, lijdt ook de verscheidenheid in landbouwgewassen onder de groeiende macht van de industrie. Dat gaat zowel om verschillende soorten gewassen als om genetische variatie binnen één gewas. Omdat de industrie gaat voor zoveel mogelijk opbrengst, is ze gebaat bij uniforme teelten of 'monoculturen'. De groenten en fruit moeten er hetzelfde uitzien en efficiënt besproeid, geoogst en vervoerd kunnen worden. Er kan één herbicide op een groot veld worden gespoten en de klus is klaar. En door de schaalgrootte kan het goedkoop.
De keuze en felle subsidiëring voor monocultuur was nefast voor onze voedselverscheidenheid. Ooit teelden we 6000 eetbare plantensoorten. Vandaag zijn dat er 120, waarvan slechts 9 goed zijn voor 75% van de menselijke voeding: suikerriet, mais, rijst, tarwe, aardappel, soja, palm(olie), suikerbiet en cassave (bron: FAO). In de afbeelding hieronder zie je hoe op 80 jaar tijd meer dan duizend variëteiten van groenten en fruit verloren zijn gegaan.
Zowel de landbouwers als hun gewassen, maken deel uit van een groter landbouwsysteem met tal van sociale en economische facetten. We merken dat waar commerciële, "one size fits all" zaden gangbaar zijn, de veerkracht van lokale voedsel- en landbouwsystemen wordt aangetast.
Het Europese wetsvoorstel houdt weinig rekening met deze lokale realiteiten. Het geeft de biochemische industrie nog meer macht en brengt de afname van genetische diversiteit in een stroomversnelling. Met sterk beleidswerk en steun van de burgerbeweging laten we onze stem horen, zodat de wet vertrekt van de rechten van boeren en boerinnen en het behoud van onze agrodiversiteit (biodiversiteit binnen de landbouw).
Nog meer papierwerk
Tijdens de boerenprotesten van voorjaar 2024 kwam vaak de administratieve rompslomp naar voor als een van de moeilijkheden van het vak. Helaas zitten in het zadenwetsvoorstel weer nieuwe administratieve verplichtingen en kosten, zoals een registratieplicht als professionele operator. In het originele wetsontwerp stond dat boer.inn.en zich zelfs moesten registreren om zaden uit te wisselen en voor eigen gebruik te vermeerderen. Dankzij sterk beleidswerk van onder meer de Oostenrijkse organisatie ArcheNoah wordt deze verplichting mogelijks bijgestuurd in het Europees Parlement eind april.
Daarnaast zijn er nieuwe administratieve lasten binnen het UPOV-systeem om zaden te registreren. Voortaan moet daarbij een overzicht van de eigenschappen van variëteiten toegevoegd worden. Door deze belemmeringen zullen kleinschalige boer.inn.en minder aan zaadteelt gaan doen. Kleinschalige zaadveredelaars, zoals de boer.inn.en van het netwerk Vitale Rassen, spelen nochtans een sleutelrol om de genetische diversiteit van ons voedsel te beschermen.
Dat is in tegenspraak met de Verklaring van de Rechten van Boeren en Boerinnen van de VN (bron: UNDROP).1 Daarin staat dat de VN-lidstaten de rechten, behoeften en realiteiten van boer.inn.en moeten respecteren en voorrang geven in het zadenbeleid. Boer.inn.en moeten de vrijheid krijgen om bedreigde rassen en gewassen te verkopen en uit te wisselen. Ook de bescherming van plantenvariëteiten staat in de verklaring. Verder moeten beleidsmakers netwerken ondersteunen die zaden bewaren, vermeerderen en verspreiden.
EU vergeet Green Deal
Dat de EU met het huidige wetsvoorstel de bal misslaat, wordt nog duidelijker omdat het niet strookt met de Green Deal, een reeks beleidsinitiatieven van de EU om haar klimaatimpact te verlagen. Daarin staat dat de biodiversiteit omhoog moet en het pesticidengebruik naar beneden. In het zadenwetsvoorstel staan echter bedenkelijke duurzaamheidscriteria zoals 'hoe resistent zijn de zaden tegen pesticiden'. In de plaats van pesticiden tegen te gaan, moedigt de EU zo de biochemiebedrijven aan planten te ontwikkelen die tegen pesticiden kunnen.
"Het begrip duurzaamheid wordt hier vertaald als innovatief en stelt een symptomatische aanpak voor. Dat staat haaks op de duurzame oplossingen die de agro-ecologische en biologische sector van onderen op uitbouwt in de holistische visie dat in het leven alles met alles in verbinding staat." Greet Lambrecht, Vitale Rassen
Met het actuele voorstel lopen we het risico dat grote bedrijven nog meer controle krijgen over ons voedsel In het wetsvoorstel valt een symptomatische in de plaats van een systemische benadering op: enkel de symptomen van de problemen worden aangepakt, niet de oorzaken ervan. De biochemiebedrijven zullen hun gewassen bestempelen als 'duurzaam', een klassiek voorbeeld van greenwashing. GGO's die de grote bedrijven ontwikkelen, dreigen er 'duurzamer' uit te komen dan boerenzaden.
Volgens Patricia Verbauwhede van Broederlijk Delen is het Europees wetsvoorstel een zorgwekkend onderdeel van een bredere trend waarbij de EU haar ambities van de Green Deal terugschroeft. Ondanks de urgente noodzaak om het voedsel- of landbouwsysteem te hervormen en te verduurzamen, lijken nieuwe wetgevende kaders - de Europese zadenwetgeving en de ggo-wetgeving - eerder de belangen van grote zaadbedrijven te dienen dan die van boer.inn.en, burgers en het milieu (bron).
Kom mee in actie!
Het behoud en de verspreiding van traditionele zaden is cruciaal voor het beschermen van onze agrobiodiversiteit en lokale voedselsystemen die van generatie op generatie vorm kregen. Het wetsvoorstel van de EU moet een kader bieden dat de rechten van boeren en boerinnen respecteert en de diversiteit aan rassen en gewassen behoudt. Zaden zijn commons en mogen niet geprivatiseerd worden ten voordele van multinationals. Het wetsvoorstel moet vertrekken van de agro-ecologische en biologische visie, waarbij een systemische benadering centraal staat.
Een grote Europese petitie verzamelde al 106.031 handtekeningen. We hebben jouw handtekening nodig om nog meer impact te hebben. Roep mee op tot een herziening van het wetsvoorstel zodat die een echt duurzaam, veerkrachtig en divers voedselsysteem mogelijk maakt, de klimaat- en biodiversiteitscrisis tegengaat en toelaat om smaakvol en gezond voedsel te produceren.
Dit is het eerste artikel over zadensoevereiniteit in een reeks van drie. Op 24 april ontdek je meer over de zadenproblematiek in ons partnerland de Filipijnen, op 1 mei over de problematiek in Bolivia.
1. De verklaring is niet bindend. Zoals elke Verklaring van de Rechten van de Mens is zij bovenal universeel, symbolisch en visionair van opzet, met als doel een gemeenschappelijke langetermijndoelstelling te creëren. De lidstaten hebben een grote flexibiliteit in de uitvoering van de verklaring, omdat de lokale context en behoeften zeer verschillend zijn. Boeren- en maatschappelijke organisaties, die van meet af aan de dragers van deze verklaring zijn geweest, zijn de partners bij de uitvoering van haar principes.